per- en subtrochantere fracturen
Diagnostiek bijzonderheden: |
Uitvoering en toelichting |
Meestal door val op heup zelf Pijn in de heupstreek. Het been ligt in exorotatie en is verkort (bij dislocatie) Bij pijn : 10 mg morfine i.m. als pijnstilling decubituspreventie!
antibioticaprofylaxe: volgens lokaal ziekenhuisprotocol Xft.: Bekken + axiale foto heup Indeling: 2. Intertrochantere fractuur = 3. Diatrochantere fractuur = 4. “Reversed fracture” = 5. Subtrochanterefracturen = - Is er artrose? |
Type I: Undisplaced 2-fragment fracture Type II: Displaced 2-fragment fracture Type III: 3-fragment fracture without posterolateral support, owing to displacement of greater trochanter fragment Type IV: 3-fragment fracture without medial support, owing to displaced lesser trochanter or femoral arch fragment Type V: 4-fragment fracture without posterolateral and medial support (combination of Type III and Type IV) R: Reversed obliquity fracture
|
Behandeling volwassenen | |
1. Pertrochantere fracturen DHS, PFN of soortgelijke implantaten beoordeel aan de hand van de Röntgenfoto de stabiliteit: - instabiel (± 30%) veel osteoporose; Evans III, IV en V Conservatief:
Direct belast lopen is met beide
2. Subtrochantere femurfractuur Operatief:
|
DHS, PFN,gamma nail of soortgelijke implantaten. ![]() |
Behandeling kinderen | |
Subtrochantere fracturen - kinderen 0 – 3 jaar: Bryant Tractie; erna bekken been gips - kinderen 4 – 10 jaar: 90/ 90 tractie op de Weberbok erna evt. bekken been gips |