Skip links

Onderbeen fractuur

Meestal direct, soms indirect geweld + torsie

Onderzoek: pijn + zwelling 

  • de patiënt kan meestal niet meer lopen
  • let op:
    • weke delen letsels (kneus-) wonden
    • (dreigend) compartiment syndroom
    • zenuw- en vaatletsels
  • N.B. arteriële pulsatie: blijven bij compartiment syndroom aanwezig!
  • Is er rekpijn van de spieren van het betrokken compartiment?
  • continue niet ” te begrijpen”  pijn

N.B.: T.a.v. 2 en 3 bij een fibulaschacht-fractuur altijd onderscheid maken tussen een fractuur door lokaal inwerkend geweld en een (Weber-C) enkelfractuur.

Xft.’s: onderbeen + knie + enkel in 2 richtingen

Onderscheid:

1. Tibiafractuur (geïsoleerd) 
2. Fibulafractuur  (geïsoleerd) 
3. Fibulafractuur  t.g.v. enkelfractuur 
4. Crurisfractuur (= Tibia- en fibulafractuur)

Figuur 1. Grafische weergave de van Gustilo-Anderson classificatie (type I t/m III)

Tabel 1. Gustilo Anderson classificatie.

Type

Beschrijving

I

Open fractuur door een wond kleiner dan één centimeter, zonder ernstige contaminatie;

II

Open fractuur door een wond groter dan één centimeter en kleiner dan 10 centimeter, zonder ernstige contaminatie;

III

IIIA uitgebreid weke delen letsel met nog adequate bedekking van de ossale structuren

 

IIIB uitgebreid weke delen letsel zonder adequate bedekking van de ossale structuren/ periostale stripping of ernstige contaminatie van de wond.

 

IIIC: open fractuur met arterieel letsel of bijna volledige traumatische amputatie welke behandeling behoeft.

 

Bij gecompliceerde (open) fracturen:

Maak lichtfoto’s van de letsels zodat de tijdelijke bedekking niet steeds open gemaakt hoeft te worden (met aandacht voor privacy van de patiënt).

Beoordeel de wond, vasculaire status en het zenuwletsel en classificeer het letsel volgens de classificatie van Gustilo en Andersen (zie figuur 1 en tabel 1).

Beoordeel en beschrijf de mate van contaminatie en uitgebreidheid van weke delen letsels.

Beoordeel bij herhaling de neurovasculaire status met daarbij aandacht voor ontwikkelen van een compartimentsyndroom of vasculair acuut bedreigd been.

Vermijd het afnemen van wondkweken op de spoedeisende hulp.

Verricht een röntgenopname in twee richtingen (AP en lateraal) inclusief proximaal en distaal gewricht.

Verwijder makkelijk weg te halen contaminatie en laat perforerende objecten (kabels, metaal-glas scherven) op de SEH-afdeling in situ.

Spoelen van de wond dient nadrukkelijk niet op de SEH plaats te vinden.

Bedek wonden met in NaCl-oplossing gedrenkte steriele doeken.

Breng gedisloceerde fracturen in lijn en leg een spalk aan.

Dien zo vroeg als mogelijk iv antibiotica en tetanusvaccinatie toe volgens een regionaal protocol.

Start zo snel mogelijk met pijnbestrijding volgens lokaal protocol of richtlijn pijnbehandeling bij traumapatiënten in de spoedzorgketen.

Behandeling

Conservatief: (altijd in overleg met chirurg/traumatoloog)
– géén of weinig dislocatie 
– na repositie: goede (stabiele) stand 

Operatief: 
– véél dislocatie (repositie lukt niet) 
– handhaving goede stand lukt niet 
– ernstig weke delen letsel 
  
vergrendelbare mergpen 
soms: plaat en/ of schroeven of fixateur externe 
               – 4 compartimenten decompressie  
                 is essentieel naarmate ’ t weke delen letsel ernstiger is


 
proximale en distale fracturen indicatie voor plaatosteosynthese