Distale Femur fractuur
Diagnostiek bijzonderheden: | Uitvoering en toelichting: |
mechanisme: axiale belasting bij geflecteerde knie (autoongeval) in 2-3% gecombineerd met vaatletsel indeling: A: supracondylaire letsels B: condylfracturen C: Y-fracturen |
|
Behandeling: | |
Conservatief: Niet of nauwelijks gedisloceerde fracturen 6 weken tuberositas tibiasnaartractie met gipsachterspalk. Operatief: Bij alle ander supra- en diacondylaire femurfracturen is een operatie geïndiceerd.condylfracturen A: schroefosteosynthese B en C: Een oefenstabiele osteosynthese met DCS, retrograde pen of plaat, soms tijdelijk met knie-overbruggende fixateur externe. |
![]() ![]() |
Nabehandeling | |
Zo spoedig mogelijk CPM-behandeling. 6-8 weken onbelast |
Bij kinderen:
Een frequent letsel is de epifysiolysefractuur type I volgens Aitken. Hier is een repositie vaak noodzakelijk en stabilisatie met percutane K-draad osteosynthese gevolgd door een bovenbeensgips.