Traumaprotocol

Metacarpale I fractuur

A   Bennett-fractuur:

 

 

De Bennettfractuur is een intra-articulaire luxatiefractuur
van de basis van meta-carpale I. Door tractie van de musculus
adductor pollicis longus subluxeert de basis van meta-carpale I
naar proximaal. Repositie is in het algemeen gemakkelijk,
echter behoud van repositie kan bijzonder lastig zijn.

Intra-articulair instabiel

Conservatief: 

Gebruik bij immobilisatie van de CMC2- tot en met CMC5-gewrichten een stand waarbij de pols in ongeveer 20 graden extensie en de MCP-gewrichten in 50 tot 70 graden flexie voor de duur van maximaal 4 tot 5 weken.

Gebruik bij immobilisatie van het CMC1-gewricht een stand in abductie en enige pronatie en met de pols in ongeveer 20 graden extensie en het MCP1-gewricht in 10 tot 30 graden flexie voor de duur van maximaal 4 tot 5 weken.

Geen repositie: Controle: op gipskamer.

  •  1 week: Xc in gips + gips circulair maken
  •  2 weken: gipswissel naar scaphoïdgips
    (MCP1 in abductie + IP vrij) + Xc
  •  4 weken gips af + Xc

Operatief: 
          
percutane Kirschnerdraad fixatie bijvoorbeeld volgens Möberg,
gefixeerd aan de tweede straal.
Een groot fragment kan ook percutaan transarticulair worden gefixeerd.
Eventueel met mini-fixateur externe.

Bij mislukte repositie en groot botfragment open repositie en fixatie met K-draden, liever AO-schroefje.

richtlijn NVVH 

Overweeg sterk een operatieve behandeling voor intra-articulaire CMC-fracturen en/of -luxaties bij:

  • instabiliteit na repositie van een CMC-luxatie met/zonder intra-articulaire fractuur;
  • persisterende intra-articulaire standsafwijkingen en (sub)luxaties;
  • comminutieve fracturen;
  • combinatie met een os hamatum fractuur;
  • open luxaties en/of fracturen of een combinatie met ernstig wekedelenletsel;
  • CMC1-fractuur type Bennett.

Nabehandeling operatief

K-draden altijd combineren met gips gedurende 3-4 wkn. 

Gips af + K-draden uit + Xc: 4 wk

 Zie voor nabehandeling het operatie verslag van de operateur.

 

Overweeg laagdrempelig aanvullend een CT-scan te maken voor de beoordeling van letsels rond de CMC-gewrichten. Herhaal dit onderzoek na repositie.

 

operatief is 2e keus: kans op secundair dislocatie en drukulcus > 60 jaar
Repositie liefst onder narcose én Rö-doorlichting

bennet3

bennet2
K-draad-fixatie óf minischroefje   

B.    Dwarse fractuur basaal in MC I.

 
Conservatief:
                               1 week spalk
                               Snel actief oefenen erna
 
C.   T of Y fractuur basaal  MC I.  Rolando-fractuur  

Conservatief:

  • Als intra-articulaire stand vrijwel anatomisch is:
                 1 week spalk, 
    erna oefenen
  • anders:

Totaal beleid: 4 weken immobilisatie.
Na repositie/ SEH: (repositie) + scaphoïdspalk IP vrij
+ MCP1 in abductie + Xc

 1 week: Xc in gips + gips circulair maken
 2 weken: gipswissel naar scaphoïdgips
                 (MCP1 in abductie + IP vrij) + Xc
    4 weken gips af + Xc

Operatief:

         Bij dislocatie intra-articulair

Behandeling kinderen
II.  A en C. (Salter III of IV)
Altijd operatief, rest + gelijk

vinger

K-draden
(bijv. fixatie aan MC II) óf minischroefje
 


Nabehandeling   

Verhoogde mitella

Controleschema p.k.

7 - 10 dagen

Xft. op indicatie
U bevindt zich hier: Home Hand Metacarpale I fractuur